The Great Organized Chaos & the Coming of Mashiach
Rabbi Yitzhak Shapira heeft opnieuw een boek geschreven dat inmiddels al in diverse talen verkrijgbaar is. Direct na de afschuwelijke taferelen die zich op 7 oktober afspeelden even buiten Gaza, begon hij te schrijven. Naar eigen zeggen kon hij zijn ogen niet geloven toen hij vanuit de Schrift de dingen zag oplichten die er letterlijk gebeurden, zoals de kidnapping, de onthoofdingen, de tunnels in Gaza, Gog en Magog. ‘Alles wat er zich afspeelde, vond ik terug in de Torah.’
In het paradijs riep G’d het uit over Adam na het eten van de vrucht: ‘Eicha!’ ‘Hoe is het mogelijk’! Ditzelfde woord Eicha roept ook de schrijver van dit hoogst actuele boek na de onbeschrijfelijke gebeurtenissen van afgelopen 7 oktober. Hoe is het mogelijk! Hoe kon zoiets tragisch gebeuren? Waar was God om zijn volk te beschermen tijdens deze terreuraanslag?! En dat uitgerekend aan het slot van het Loofhuttenfeest, een dag van vreugde over het geschenk van de Torah! De schrijver zoekt het antwoord in de Bijbel. ‘Er is niets nieuws onder zon’, schrijft de wijze Salomo in Prediker.
Hamas in Genesis
In Matthëus 24 staat geschreven dat de laatste generatie hetzelfde zal zijn als het geslacht van Noach. Genesis 6 schrijft over een wereld vol van geweld, of zoals het in het Hebreeuws letterlijk staat: hamas! Het feit dat Israël vandaag tegenover een macht staat die zich Hamas noemt, werpt nieuw licht op de oorlog die Israël nu is ingegaan. Een vervolg namelijk op de oorlog in de tijd van Noach die leidde tot bijna de volledige vernietiging van de mensheid. De geestelijke macht achter Hamas heeft vanaf het begin van de mensheid al bestaan. De schrijver beoogt met het boek The New Hamas: The Great Organized Chaos and the Coming of Mashiach dan ook ‘de geestelijke strekking achter de fysieke strijd zoals die nu woedt, te belichten’.
Gog en Magog
Rabbi Shapira durft niet met zekerheid te zeggen of het huidige conflict zal leiden tot de grote oorlog van Gog en Magog (Ezechiël 38 en 39). Echter blijft het opmerkelijk dat de oorlog in Israël begon op de 8e dag van Soekot, de dag waarop in de synagoges traditioneel deze passages uit Ezechiël worden gelezen. In het Judaïsme gelooft men dat de laatste dag van het Loofhuttenfeest, Hoshannah Raba, de start zal zijn van Gog en Magog. Het ‘sta klaar, bereid je voor’ uit Ezechiël 38:7 klinkt als een ongelooflijke parallel met de oproep ‘get ready!’ aan het Israëlische reservekorps op deze zwarte dag.
De auteur staat stil bij hetgeen er zich in de afgelopen maanden in de Israëlische samenleving afspeelde. Er was sprake van de grootste ongegronde haat in de geschiedenis van Israëls bestaan. Seculiere Joden keerden zich tegen orthodoxe Joden terwijl de regering zich afzijdig hield. Het boek noemt de protesten op Jom Kippur, de heiligste dag van het jaar, toen seculiere en religieuze Joden met elkaar op vuist gingen in het centrum van Tel Aviv. De schrijver ziet een verband tussen de situatie zoals hierboven beschreven en de werkelijke uitbraak van de oorlog op 7 oktober, die de aanblik van de staat Israël en de hele wereld voorgoed hebben veranderd.
Nu komt rabbi Shapira tot de kern van zijn boek. Zoals de woorden uit Efeze 6 ‘We hebben de strijd niet tegen vlees en bloed…’ al aangeven, komt iedere fysieke strijd voort uit een andere strijd. Ook deze strijd tegen de verderfelijke organisatie Hamas heeft geestelijke wortels in een andere hamas. Want hoewel Israël Hamas als organisatie kan uitroeien – welk recht en plicht ze ten volste heeft – toch is de spirituele macht die er achter zit minder makkelijk uit te roeien en ook Israël is met deze geest geïnfecteerd.
Hand op de troon
De schrijver voert ons terug naar Amalek, de kleinzoon van Ezau. Exodus 17:16: ‘Zolang de hand op de troon van Adonai is, zal Hij strijd hebben met Amalek van geslacht op geslacht.’ De strijd tussen Amalek en het Joodse volk is een geestelijke, hemelse strijd. In de Hebreeuwse Bijbel zijn opmerkelijk genoeg de Naam van God (יה) en het woord troon (כס) allebei voor de helft geschreven. De Joodse wijzen merken hierbij op dat zolang het fysieke, vijandelijke zaad van Ezau, de opa van Amalek niet uitgeroeid is, G’ds Naam niet volledig is en zijn Troon niet helemaal af. Uit de woorden ‘van generatie op generatie‘ maken we op dat de strijd met hamas niet op 7 oktober begon, maar ver teruggaat. Ten diepste gaat het om een strijd tegen satan die door de Messias zal worden gewonnen.
De strijd tegen Amalek begon met zijn grootvader Ezau tegen Jakob! Een andere naam voor Ezau is Edom. Edom komt van het Hebreeuwse stamwoord ‘dam’ (bloed!). Edom/Ezau heeft een onverzadigbare dorst naar geweld en bloed, ofwel hamas! De geestelijke wortel achter de bloedige organisatie vandaag die Hamas wordt genoemd is niemand minder dan Amalek en zijn vader Ezau.
En Amalek kwam ….
De wreedheden die Amalek beging, betrof niet alleen de Israëlieten maar ook zijn eigen mensen. Hoe schocking is het om vandaag dezelfde wreedheden terug te zien in onze moderne Hamas. De Torah vermeldt dat Amalek de kinderen in de woestijn van achteren aanviel. Het Hebreeuwse woord ‘yiznav’ van de stam ‘zanav’ evenals ‘nechshalim’ zien op de kleinsten, de zwaksten, de ouderen en de vrouwen. Hamas had het op 7 oktober gemunt op holocuast overlevenden, kinderen en zelfs baby’s, in volledige overeenstemming met Amaleks barbaarse methode.
Vraag blijft nog altijd open hoe Hamas zo kon slagen in haar verrassingsaanval. Het karakter van profetie is altijd cyclisch. De schrijver wijst weer naar Israëls woestijntijd. De eerste slag vond volgens Exodus 17:8 plaats in Refidim. Amaleks succes had te maken met deze locatie. Refidim oftewel ‘rafa jadajim’ betekent zoiets als ‘verslapte handen‘. Omdat de Hebreeuwse letters ook numerieke waarde hebben, is de optelsom van de zinsnede (vers 8) ‘met Israël in Refidim‘ hetzelfde als ‘hun handen lieten ze van de Torah afgaan.’
Het negeren van de Torah opent dan ook de deur voor geestelijke krachten achter Amalek en Ezau. De plaats Refidiem, evenals Israëls vorige pleisterplaats Merivah (ruzie!) schetst dan ook het grootste gevaar voor Israël en het Joodse volk in de dagen die voor ons liggen. Citaat: ‘De echte Amalek waar Israël mee streed was hun eigen innerlijke Amalek! Geweld en verdeling onder ons als Joden verzwakt ons niet alleen, maar opent ook wijd de deuren voor de ultieme vijand van Israël om succesvol te zijn in hun eigen geestelijke en fysieke terreuraanvallen.’
Toen vond Amalek een open deur. Hun onzuiverheid leidde tot de woorden ‘En Amalek kwam’.
Boeddha beeld
Hoewel het crue kan overkomen dat de aanval vanuit Gaza kwam vanwege gebrek aan ‘heb je naaste lief als jezelf’ is het belangrijk om te realiseren dat Israël als natie apart is gezet. Sommigen hebben als oorzaak gewezen op het Boeddha beeld dat tijdens het feest van 7 oktober opgesteld stond, maar een belangrijke Israëlische rabbijn is hier fel tegenop gekomen: ‘Wij, die kippot op ons hoofd dragen maar anderen vervloeken, hebben met onze grondeloze haat grotere overtredingen begaan dan enig seculiere Jood. Wij die de Torah vertegenwoordigen zijn met ons gebrek aan liefde, verantwoordelijk.’
Ongegronde haat opende de grens, niet Hamas! De haat nam de bescherming van Israël weg. De echte vijand van het Joodse volk in deze grote en misschien wel laatste strijd is de satan zelf. Onze wijzen, zo haalt de schrijver aan, hebben in hun commentaar op Jesaja 24:21 gesteld dat de aartsengel van Amalek, Sama’el is, de verpersoonlijking van onze verkeerde neiging, de ‘jetser ha’ra’. Iedere keer als een Joods persoon in overtreding is, wint Sama’el, ook wel de engel des doods genoemd, aan kracht.
Schokkende ontdekkingen
Als er staat ‘de wereld was vol van geweld’, Genesis 6:11, kan de vraag opkomen om wat voor geweld het ging in de dagen van Noach. Er werd geen recht meer gesproken. Misdadigers konden ongestoord hun gang gaan. Gevoel voor goed of fout was er niet meer. Hoewel er duidelijk sprake was van fysiek geweld, bloedvergieten, afgoderij en seksuele immoraliteit, wordt in het boek het Hebreeuwse woord ‘gezel’ genoemd wat wijst op een regelrechte ontmenselijking of verminking; een aantasting van het ‘Laat ons mensen maken naar Ons beeld.’ Dezelfde dingen die we op 7 oktober hebben gezien in de vorm van gijzeling, geweld, verkrachting en onthoofding – terwijl de wereld nauwelijks opkeek – gebeurden in de dagen van Noach. En toen was de maat vol.
In dit verband noemt het boek nog een aantal opvallende en schokkende ontdekkingen. In de Targum, een Aramese vertaling van ca. 2000 jaar geleden, wordt ‘geweld’ vertaald met het woord ‘hatofin’ (kidnappers)! Het lijkt op een directe profetie voor deze tijd. Als David vraagt om van de ‘man van geweld’ bevrijd te worden, lijkt hij op een organisatie te doelen. In Ezechiël 7 staat: ‘Zie de dag is gekomen.’ ‘De dag’ staat altijd in het teken van de komst van de Messias, en het woord ’tsafrah’ is het woord voor sirene. Het woord tsafrah kan ook als ‘pritzah’ – een naam van de Messias – gelezen worden. Hij staat voor de deur! En uit het woord ‘mechilot’ valt op te maken dat Amelek een tunnelsysteem aanlegde waarin de gevangenen geliquideerd werden.
De auteur doet een oproep aan Bijbelgelovige Joden en Christenen ‘de diepste kern van de kwestie Ezau/ Edom, in feite niet anders dan satan zelf, te begrijpen. Amalek en haar bloeddorst zal doorgaan totdat het in de kern verslagen is. Iedere Israëliër realiseert zich op dit moment dat de geest van chaos, haat en nijd, zoals die de afgelopen tijd rondwaardde plaats moet maken voor eenheid. De leus ‘we will win together!’ is belangrijker dan ooit. Eerst moeten we onze innerlijke hamas en Edom verslaan om de externe vijanden te verslaan.’
Overblijfsel van Ezau
Hoe kan het dat de barbaarse geest van Ezau het huis van Jakob is binnengedrongen? Het boek wijst naar de bron: het verhaal van Jozef en zijn broers. Er bestaat een onverbrekelijke band tussen Jakob en zijn zoon Jozef, als metafoor voor het Joodse volk en de Messias. Hetgeen wat Jozef zijn vader overbracht (Genesis 37:2) betrof volgens rabbijnse uitleg het eten van een poot van een levend schaap! Dit soort ‘kannibalisme’ is geestelijk doorgegeven door niemand minder dan hun bloeddorstige oom Ezau.
De enige die Ezau kon corrigeren is Jakob, het Joodse volk dat één is met Jozef, de Messias! En dat leek er bijna van te komen, zoals we lezen in Genesis 33. Ezau vroeg Jakob om naar Seir komen, om hun verzoening te vieren, maar ondanks toezeggingen kwam er van Jakobs belofte niets terecht. Liever hield Jakob Ezau op afstand.
Jakobs belofte is profetisch voor Ezau’s nageslacht. De profeet Obadja kondigt aan: ‘Verlossers zullen de berg Sion opklimmen om de berg van Ezau te richten.’
De laatste strijd zal plaatsvinden in hereniging van Jakob, het Joodse volk, met Jozef, de Messias, in het voorgoed verslaan van de machten van de duisternis.
Onze ultieme overwinning
De auteur van het toch wel bijzondere boek The New Hamas komt tot een afronding. ‘De aarde was woest en leeg en duisternis lag over de oervloed.’ De aarde is bewust in grote chaos geschapen om beproevingen in het leven, ook van de gevreesde Hamas, te boven te komen; om ons voor te bereiden op ons uiteindelijke Thuis. Ons vlees overwinnen en leven volgens de Geest is onze ultieme overwinning over Edom en Amalek, de geest van Hamas. De strijd tegen Edom in Israël is niets minder dan een picture of Edom in ons.
Volgens Itzhak Shapira is het dan ook onze opdracht om ‘Torah te praktiseren, houden van je naaste als jezelf, de hongerige te helpen, opstaan voor recht en waarheid, menselijk zijn, de heiligheid van het leven te waarderen en vooral G’d erkennen als onze ultieme autoriteit in alles wat we doen’.
De ark als gesloten mem
‘Zoals het was in de dagen van Noach, zal ook de toekomst van de Zoon des mensen zijn’, aldus Matthëus 24. De toon van de laatste paragraaf is gezet. Het einde van de mensheid is gekomen, zei de Eeuwige tegen Noach. De Messias Zelf zal komen en de ultieme vijand van Israël, de satan, verslaan! De Bijbel spreekt met twee woorden. Er is nog een ander, een mooier einde.
Noach kreeg de opdracht om een ark te bouwen. Daar ging dat immense ruimteschip deinend op de beukende golven. De atmosfeer buiten de ark was niet om over te schrijven, geheel anders was de sfeer binnenin. Daar was alles pais en vree. Daar lagen de dieren, ook de wolf en het lam rustig naast elkaar! De ark is dan ook een beeld van het komende Messiaanse rijk. De wanden van de boot waren vanbinnen en vanbuiten bedekt met unieke specie, ‘kofer‘ genaamd, van het woord ‘kaparah’ (verzoening).
In het Jodendom wordt de ark van Noach vergeleken met de sluit-mem (ם), een volledig afgesloten letter. Degenen die het Hebreeuwse alfabet kennen, weten dat deze letter altijd aan het einde van een woord staat. Echter, alleen in Jesaja 9:6, een tekst met een geweldig profetisch vooruitzicht, staat deze ם in het midden van een woord. ‘Aan de uitbreiding van deze heerschappij en aan de vrede zal geen einde komen op de troon van David en over zijn koninkrijk, om het te grondvesten en het te ondersteunen door recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid.‘
‘Welk einde kiezen wij’? Vraagt de schrijver tenslotte. De eigenaar van de Ark is Jeshoea de Messias, de ultieme redder van Israël. Laten we onze eigen hamas overwinnen. Laat ons in de ark (ם) gaan door in Hem te geloven, dicht bij Hem te blijven teneinde de komende wereld, vrij van Hamas, binnen te kunnen gaan.
Bedankt Kees, een mooie weergave van de inhoud van Rabbi Shapira’s nieuwe boek “The New Hamas”. Hierin plaatst hij de strijd met de Hamas in de context van de Bijbel en de Joodse uitleg. Bijzonder hoe deze oorlog in Israel verbonden wordt met Gog uMagog en Arma-Geddon. Daardoor bevat dit boek een boodschap voor onze tijd.